We hadden veel bekijks als we met z’n allen op pad gingen. Een pleegvader en pleegmoeder, relatief jong, en vier jongens, verschillend in leeftijd en afkomst. Nadat we een paar maanden gesetteld waren als gezin, gingen we voor het eerst met z’n allen uit eten. Uit eten, twee kinderen hadden dit nog nooit gedaan. Wat een belevenis. Op naar het pannenkoekhuis. Mag ik bestellen wat ik wil? Ja hoor! Chocolademelk met slagroom bij een pannenkoek? Moet er niet aan denken. Maar ze genoten. Bleven netjes aan tafel zitten. Ze lieten elkaar uitpraten. Menig ouder zou hier misschien jaloers naar kijken, hoe wij met z’n zessen aan tafel zaten. Mijn man en ik zagen wel de blikken van andere gasten in het restaurant. Je zag ze denken; hoe zit dat gezin in elkaar?
Twee kinderen in het gezin hadden ook al snel nadat ze bij ons kwamen wonen de behoefte om buitenshuis ‘mama’ en ‘papa’ tegen ons te zeggen. Zo hoefden ze geen uitleg te geven aan klasgenoten, vriendjes op de club. Gewoon ook een papa en mama hebben. De jongste sloeg hier wel eens in door. In het begin schreeuwde hij bijna in elke winkel, op school en op straat om ‘mama’. Soort ‘bevrijding’ voor hem, om dit nu ook eens hardop te kunnen zeggen, bijna schreeuwend. Hij wist heel goed dat ik niet zijn mama was, maar om het woord gewoon te kunnen uitspreken, wat hij zolang niet meer had kunnen doen in zijn jonge leven, was letterlijk een ontlading voor hem.
De oudste, een stoere Antilliaanse jongen, genoot er ook van. Vooral van de vragende blikken die het vaak opleverde. Op school liep hij trots naast mij. Klasgenoten zeiden regelmatig dat hij zo’n leuke jonge moeder had. Wij hadden daar samen dan de grootste lol over. Maar bij menig vervelend dokter bezoek, vroeg deze van buiten zo´n stoer ogende jongen, dan wel of zijn ‘mama’ bij de ingreep aanwezig mocht zijn. Hij was dan ook zichtbaar opgelucht dat dit voor het verplegend personeel zo vanzelfsprekend was. Natuurlijk mag een moeder bij haar zoon zijn.
Het gewone gezinsleven, met een papa en mama. Dat wilden deze kinderen zo graag. Ik zat avonden lang op internet leuke traktaties voor op school te zoeken. Een kinderfeestje mogen geven. De eerste Sinterklaas in het gezinshuis kwam Sint met een paar pieten op bezoek. Heerlijk die gezichten. Groot en klein zaten hard te zingen voor de kachel. Weken later had de jongste het er nog over. Samen een kerstboom uitzoeken in het bos.
Een lang weekend op pad. Naar België. Samen een kamer delen. Ik hield mij hart vast, wat waren ze onrustig voor we gingen afreizen. Maar het ging goed. Natuurlijk waren er de irritaties over en weer op z’n tijd, gelukkig maar, net als een gewoon gezin. Wij de twee oudsten maar aansporen om op pad te gaan. Kinderdisco, poolen. Maar dat durfden ze toen nog niet otcpills.net. Als je jaren in een groep bent opgegroeid, alles onder begeleiding hebt gedaan, kan een onbekende omgeving ‘onveilig’ overkomen. Ze bleven liever bij ons in het huisje. Nog een keer gourmetten. Monopoly spelen. Spelletjes deden we zo vaak in het gezinshuis. Al had ik er soms mijn buik vol van. Ze verliepen namelijk lang niet altijd vreedzaam. De karakter eigenschappen kwamen dan wel naar boven. Maar rond die tafel, liefst een kaarsje aan en een bak chips ernaast. Gewoon gezellig. Gewoon samen zijn. Dat wilden ze vaak.
De vragende blikken bleven als we op pad waren. Ook de vooroordelen ondervond ik zelf. De ongelijkheid. Als ik met de oudste twee ging winkelen, viel mij al snel op dat de beveiliging hun in de gaten hield, mij totaal niet. Zij werden achtervolgd als ze een winkel binnenliepen. Ik nooit. Of die keren als ze weer teleurgesteld thuis kwamen omdat ze van een bijbaantje afgewezen waren, nadat ze verteld hadden waar ze woonden. Ons huis stond op een terrein met ook leefgroepen, die in de omgeving niet allemaal positief stonden aangeschreven. Als ik er dan achterna belde en aangaf dat ze bij ons in het gezin woonden, in een huis, was het ineens wel goed. Hetzelfde gold voor vriendjes die vanuit school bij ons wilden komen spelen. Pas nadat bleek dat alles “gewoon” was, een papa en een mama in een huis, was de speelafspraak zo gemaakt.
Door die vooroordelen, die ik zelf ook merkte en zag, begreep ik nog meer hoe fijn het voor deze kinderen moest zijn om nu in een gezin te mogen opgroeien. Want de maatschappij is ook een beetje ingericht op het ´gewoon zijn´, anders wordt het maar lastig, onbetrouwbaar en vreemd.
We provoceerden er soms ook mee samen met de kids. We hadden dan de grootste lol met z’n zessen. Gingen we varen met onze boot en meerden we extra aan tussen de grootste jachten. Die gezichten als wij met z’n zessen van boord sprongen en ze merkten dat we die nacht ook nog bleven slapen. Goud! Midden in het volle zwembad van Center Parcs riepen ze met z’n vieren tegelijk om ‘mama’ en ik maar terug zwaaien.
We hebben elke aanleiding die er maar was, uitgebreid gevierd met ze. Elke verjaardag, feestdag en vakantie. Het ging ze echt niet alleen om de cadeaus, het eten of de slingers. Het ging ze vooral om het samen zijn als gezin. Van jongs af aan waren ze geconfronteerd met het feit dat ze niet konden opgroeien bij een papa en mama. Geen kinderfeestje thuis, geen kerstboom optuigen, niet als gezin samen op pad. Ze hebben het allemaal dubbel intens gevierd en beleefd die jaren bij ons in het gezinshuis. Zoals een voogd het een keer verwoordde: Jullie hebben het ritme van een gewoon gezin laten zien. Samen eten, ruzie maken en het weer uitpraten. Gewoon naar school, je aan afspraken houden, samen op vakantie. Jullie huis ademde een sfeer van gezelligheid uit. Uit dit vasthouden aan het ritme van een gewoon gezin, zijn jullie betrouwbaar gebleken voor de kinderen.
Het mooiste moment van de dag vond ik vaak als wij als gezin samen aan het avondeten zaten. Ik dacht toen vaak; als er nu iemand bij ons naar binnen gluurt, ziet men een gewoon gezin aan tafel zitten. Pan met aardappelen op tafel. De verhalen van de dag, een duw over en weer tussen de jongens. Voor velen zo gewoon, misschien wel burgerlijk, maar voor deze jongens hemel op aarde.