afscheid nemen bestaat niet

Twee weken terug bericht van de tante van onze jongste pleegzoon. Hij is bij hun niet op verlof verschenen. Ik wist gelijk genoeg. Hij is er weer tussenuit gevlogen. Ik was in eerste instantie erg boos. Eindelijk heeft hij een plek waar hij langer kan verblijven, een dak boven zijn hoofd. Een dagbesteding waar hij plezier aan beleeft. Hij kan weer voetballen en het verlof naar zijn familie en naar ons toe was weer opgepakt. Waarom loopt hij nou weer weg? Ik was boos en wilde het niet begrijpen.

Maar ik ben dan ook opgegroeid binnen een ‘happy Tros gezin’. Met veel liefde, rust en veiligheid.
Hij heeft op meer dan vijftien plekken gewoond in z’n leven. Zijn moeder amper gekend in z’n jonge leven. Vader is nooit in beeld geweest. Zijn oma, die een mama en oma ineen was voor hem, wordt wreed weggerukt uit zijn leven door een noodlottig ongeval. Bij de begrafenis van zijn oma heb ik de psycholoog, waarbij hij toen onder behandeling was,  gevraagd wat de gevolgen kunnen zijn van een leven wat onze pleegzoon al achter de rug heeft. Verslaving en depressies.

Verslaving lijkt nu onderdeel te worden van zijn leven. Gisteravond is hij weer verschenen op het terrein van de instelling, zo stoned als een garnaal. Zijn mentor heeft een vermoeden waar hij zich heeft opgehouden de afgelopen weken. De kans is daarom groot dat hij diverse middelen gebruikt heeft, naast de drank.

Naast boosheid heb ik dan verdriet. Want ik heb door mijn fijne jeugd, mijn lieve familie en vrienden om mij heen, totaal geen idee hoe het voelt, als je deels ‘alleen op de wereld bent’. Hij heeft op zoveel plekken gewoond, waar zo vaak is belooft; je kan hier lang blijven wonen. Maar toch moest hij telkens weer weg en dit lag echt niet elke keer aan hem. Geen vader en moeder hebben waar je altijd op terug kan vallen. Diverse stoornissen hebben, waar je deels zelf niks aan kan doen.

Wat zal ik doen als ik in zijn schoenen zal staan? Zal ik het leven dan aan kunnen? Zal ik ook niet naar middelen gaan grijpen om het leven dragelijker te maken?

Van de week in de auto hoorde ik het nummer van Marco Borsato voorbij komen:
‘afscheid nemen bestaat niet, ik ga wel weg, maar verlaat je niet’

Ik moest huilen.

Het afgelopen jaar zijn mijn man en ik bezig ‘afscheid te nemen’ van hem, met vallen en opstaan en met veel verdriet. Het moet. Ter bescherming van onszelf, ons gezin, onze dochter van vier.
De kans is groot dat zijn verslaving erger wordt. Dat dit nog maar een druppel op een gloeiende plaat is. Met heel mijn hart hoop ik dat we het fout hebben, maar mijn verstand zegt anders. Het is nu ook afwachten wat de rechter gaat doen, nu hij zijn taakstraf niet heeft verricht. De kans is groot dat hij weer vastgezet gaat worden.

We zullen hem altijd blijven opzoeken, waar hij ook woont, vrijwillig of gedwongen. Ik zal hem blijven bellen en ons gesprek zal standaard eindigen met de woorden; “love you”. Hij blijft onderdeel van ons leven. Zijn foto’s hangen in ons huis. De knuffel van onze dochter, die ze standaard wil hebben als ze moe of verdrietig is en waar ze altijd mee slaapt, heeft hij gegeven toen ze geboren werd.

Wat je ook doet
Waar je ook gaat
Wanneer je me nodig hebt
Fluister gewoon mijn naam
En ik kom eraan

Afscheid nemen bestaat niet

Je hebt een moeder, maar daar is ook alles mee gezegd

Toen ik begon als gezinshuisouder was ik geen moeder. Dat maakte dat ik emoties tussen een ouder en kind niet kende. Kon ik achteraf gezien bepaalde zaken daarom makkelijker ‘zakelijk’ beoordelen.

Nu ik zelf een paar jaar (pleeg)moeder ben, denk ik nog vaak terug aan deze periode. Zeker rondom feestdagen en al helemaal rondom moeder- en vaderdag. Ik weet hoe extra zwaar het voor veel kinderen in Nederland voelt, nu het bijna moederdag is. We worden overladen met reclames om vooral je moeder fijn extra te verwennen. Zij die altijd voor je klaarstaat. Zij die alles voor je doet. De allerliefste vrouw.
Kan je je voorstellen hoe klote dat moet voelen voor velen kinderen die wel een moeder hebben, maar zij niet voor je kan of wil zorgen?

Hoe kan je elke keer weer met drugs in een vliegtuig stappen? Je weet van de risico’s, maar je neemt deze voor lief en je laat jezelf ‘gewoon’ weer voor een aantal jaren opsluiten? Dat je meer dan vier kinderen hebt rondlopen, in diverse instellingen, en je ze nooit kan zien. Ik heb haar toentertijd opgezocht in de gevangenis, samen met haar zoon. Vond het toen vooral ook zo zielig voor haar, dat ze blijkbaar in een wereld terecht was gekomen, waar ze niet meer uit kon stappen. Dat ze haar kinderen niet kon zien. Maar nu ik zelf moeder ben, denk ik ook; waarom heb je nooit hulp gezocht? Waarom zoveel kinderen op de wereld gezet, waar je amper voor hebt kunnen zorgen? Hoe kan je na jaren naar het buitenland ‘vluchten’ en je kinderen achterlaten in Nederland? Ik vind haar niet meer zo zielig…

Hoe kan je jezelf zo naar de klote drinken, zoveel middelen gebruiken, terwijl je zo’n lief jongetje op de wereld hebt gezet? Waarom in al die jaren, toen hij je zo hard nodig had, niet vaker en harder geknokt
om van die troep af te komen? Waarom pas na zeventien jaar….?

Ik kan mij niet voorstellen, hoe klote je leven ook is, je niet knokt voor je kind. Je alles geeft. Met bloed, zweet en tranen. Jij hebt dit kind op de wereld gezet, hij heeft hier niet om gevraagd.
Hoe lig je ’s avonds als moeder op bed, terwijl je je kind nooit ziet? Hem nooit kan aanraken, kan ruiken. Nooit zijn verjaardag kan vieren. Ik zou gillend gek worden….

Gelukkig kan en wil ik het mij niet voorstellen. Heb ik nu veel meer medelijden met deze kinderen. Heb ik er meer verdriet om, nu ik zelf moeder ben.

Sta er vandaag even bij stil. Als je een bezoek brengt aan je moeder. Knuffel haar extra, namens alle kinderen die juist vandaag een extra knuffel kunnen gebruiken.

Voor jou
Als je vandaag met meer pijn aan je moeder denkt.
Als je haar zorg en warmte mist of haar misschien nooit hebt leren kennen.

Voor jou.
Als moederdag moeilijk voor je is.

Ik hoop dat je het red. Misschien een pleegmoeder hebt. In ieder geval iemand hebt, waar je soms kan schuilen, warmte voelt. Aandacht. Liefde.

Weet dat jij er mag zijn.

Op elk potje past een dekseltje

Bezig om de vele vragenlijsten in te vullen. Om zo weer opnieuw te kunnen starten met een pleegkind. De vragen zijn heel divers. Over je jeugd, schoolperiode, familie, relaties. Mooie vragen; wat vindt u het prettigst van het samenleven met uw partner? Moeilijke vragen; wat vindt u van een pedagogische tik?

Het levert in ieder geval weer mooie gesprekken op tussen mijn man en mij. Ook referenties opvragen bij buren, familie en vrienden. Je wordt weer even ‘binnenste buiten gekeerd’. Het is goed al die vragen. Maar je kan het allemaal nog zo mooi verwoorden, op papier of in gesprekken, het moet je liggen. Moet in je zitten. Om andermans kinderen in je huis te nemen. Met hun ‘zware bagage’ en niet te vergeten het netwerk om het kind heen.

Tijdens de periode in het gezinshuis heb ik van dichtbij gezien dat niet iedereen het kan. 24 uur per dag, zeven dagen in de week, voor een kind van een ander zorgen. Zeker niet als je het uit een soort
‘goedheid’ wilt doen. Of de overtuiging hebt dat je deze kinderen ‘wel even’ kan veranderen. Ze ‘eigen’ kan maken. Kleine stapjes vooruit, daar moet je het meedoen. De één hecht wel, de ander totaal niet. Dit kan teleurstellingen geven, frustraties, als je die hoop wel had toen je begon als pleegouder.

Een van mijn pleegkinderen heeft in een gezin gewoond, waar onder andere het geloof een belangrijke rol speelde. Op een gegeven moment gaf dit wrijving, omdat hij hier niks mee wilde. Gaf het soms strijd
en verdriet omdat zij hun normen en waarden zó belangrijk vonden, maar hij die mede door zijn stoornis niet allemaal waar kon maken. Hierdoor ontstonden er meer conflicten. Zijn gedrag werd extremer. Hij ging zich meer afzetten en uiteindelijk heeft zijn voogd hem uit het gezin gehaald. Soms vraag ik mij dan wel eens af; wat als hij in een ander gezin was geplaatst, was het dan misschien anders gelopen in z’n leven? Waren de leefgroepen dan niet nodig geweest en had hij in een gezin kunnen opgroeien?

De match tussen een kind en een pleeggezin/gezinshuis is ook moeilijk. Ik geloof erg in een klik. Het gevoel. Dat kan je al snel hebben is mijn ervaring. Toen onze jongste pleegzoon in ons gezinshuis werd
geplaatst, hielden vele gedragswetenschappers en psychologen hun hart vast. Zij waren ervan overtuigd dat hij dit nooit aan zou kunnen, een gezin. Gelukkig zijn voogd wel. Die had na een gesprek met ons het
vertrouwen dat wij dit aankonden. Hij heeft het gered. Ruim drie jaar, om binnen ons gezin te zijn wie
hij is. Zeker niet altijd makkelijk, soms zelfs erg heftig. Maar mijn man en ik hadden vanaf de eerste kennismaking een klik met hem. Een goed gevoel. Daardoor konden we meer van hem hebben. Lag onze grens waarschijnlijk hoger dan bij een ander stel.

Er zijn zoveel kinderen, met zoveel stoornissen. Ieder met een ander verhaal. Ieder met zijn of haar bagage. Maar ik geloof dat ‘op ieder potje een dekseltje past’. Voor elk pleegkind een passend gezin/ouder gevonden kan worden. Bij een langdurige plaatsing is dit ook van groter belang dan bij een weekendgezin. Dé match.

Helaas is door de lange wachtlijsten of door een crisis situatie de ideale match niet altijd te maken. Mogen we al blij zijn als er een gezin hun deur wagenwijd openzet om per direct, zonder kennismaking, een kind veilig op te vangen. Chapeau!

Welk gedrag vindt u moeilijk om mee om te gaan? In welke sfeer bent u grootgebracht? Nog even wat vragen te beantwoorden. Best een boel werk. Maar het is het uiteindelijk waard. Wij en onze dochter een warm thuis, hopelijk voelt binnenkort een kind zich hier ook thuis.
Wordt vervolg