Vlinderkus van mijn jongste pleegzoon

Hoe gaat het met jullie jongste pleegzoon? Die vraag wordt ons vaak gesteld. Mede door de heftige periode die we vorig jaar met hem hebben meegemaakt en waarover ik als uitlaatklep dit blog schreef: verdriet en zorgen om mijn pleegzoon

Ik vind het moeilijk om te verwoorden hoe het met hem gaat. Hij woont nog steeds op de plek waarvan de rechter ook dacht dat het de beste plek voor hem zou zijn, na het ‘zwervend’ bestaan vorig jaar. Meer toezicht, redelijk afgelegen, weinig prikkels en afleidingen in de buurt. Hij heeft daar een dagbesteding. Momenteel in de houtbewerking. Hij heeft daar letterlijk de ruimte als hij zijn boosheid kwijt moet. Genoeg bomen om tegenaan te trappen.

Maar ook hier zien en behandelen ze hem vaak als een volwassene. Verwachten ze dingen van hem, die hij niet waar kan maken. Vragen ze dingen van hem, die hij niet begrijpt. Soms wil hij het ook niet begrijpen. Na zoveel jaren weet hij de gedragswetenschappers en psychologen ook wel te ‘bespelen’. Weet hij de ‘gewenste antwoorden’ wel te geven. Maar naar mijn mening wordt hij ook hier nog vaak ‘overvraagt’.

Verzekeringen regelen, omgaan met geld, dagelijkse verzorging, eten koken, medicatie op gepaste tijden innemen, verlof regelen. Ik noem maar wat zaken. Hij zal het zo graag allemaal willen doen. Hij zal het zo graag allemaal willen regelen. Maar hij kan het niet. Toch worden bepaalde zaken wel van hem verwacht. Met als gevolg dat bijvoorbeeld het verlof naar ons toe erg moeizaam verloopt en er soms lange periodes tussen zitten. Dat frustreert mij.

Vele gesprekken heb ik hierover met zijn mentor. Dat hun verwachtingspatroon bijgesteld moet worden. Natuurlijk ben ik een voorstander van ‘alles eruit halen wat erin zit’, maar zorg ervoor dat de zaken die hij niet zelf op orde krijgt, voor hem geregeld worden. Begeleid hem. Kom afspraken na. Help hem, om zijn paar familieleden die hij nog heeft, wekelijks even te bellen. Hij mist ons, maar dit zal hij nooit hardop uitspreken. Pak samen met hem een keer die telefoon. Zo moeilijk is dat toch niet? Als je als mentor zelf je afspraken al niet nakomt, hoe kan je dit dan een jongen leren die dit zo hard nodig heeft in z’n leven; structuur, rust en duidelijkheid.

Ik bel hem regelmatig. Standaard zegt hij dat het goed met hem gaat. Ik hoor aan zijn stem wanneer dit niet zo is. Soms vraag ik door. Verteld hij eerlijk als er iets is voorgevallen. Over de verleidingen van drank en wiet. Over de zorgen die hij heeft hoelang hij hier kan blijven wonen. Wordt hij stiller als ik vraag naar het contact met zijn moeder en vader. Contact verloopt moeizaam, maar hij is trots op zijn moeder. Ze is momenteel, sinds lange tijd, een half jaar clean.

Elk gesprek sluit hij af met de vraag of ik mijn dochter een ‘vlinderkus’ van hem wil geven. De ‘vlinderkus’ is tussen ons ontstaan in het gezinshuis. Je gezicht heel dicht bij elkaar houden en dan met je wimpers ‘kusjes’ geven. De laatste woorden zijn altijd; “love you”.

Hoe het nu echt met hem gaat? Ik denk dat hij op zijn manier wel tevreden is. De plek waar hij woont geeft hem meestal rust. Hij trekt zich vaak terug op zijn kamer. Hij geeft aan dat hij de groep vaak te druk vindt. Gamen doet hij (te) vaak, is zijn lust en zijn leven. Nu het mooier weer wordt, gaat hij vissen. Uren kan hij langs de waterkant zitten. Maar als hij ’s avonds op zijn bed ligt, weet ik ook dat er veel door zijn hoofd heen gaat. Onrust, verdriet, angst, onzekerheid. Dit blijft. Altijd. Slijt nooit. Er is teveel in zijn leven gebeurt om dat te behandelen. Daar is geen medicijn tegen opgewassen.

Niemand weet precies hoe zijn of haar toekomt zal verlopen. Die van hem zeker met vallen en opstaan. Ik gun hem nog steeds die woonplek op een kleinschalige zorgboerderij, met dagelijks werk voor hem. Met begeleiding die inziet en accepteert wie hij is en hoe hij is. Wat hij nodig heeft en aan kan. Maar wat de toekomst hem ook zal brengen, wij zijn en blijven er voor hem. Op papier is hij dan misschien volwassen, in mijn ogen blijft hij altijd ‘klein’.

 

Zo mooi anders

Het gedicht van Hans Andreus kom ik elke dag tegen. Het hangt in ons huis.

Je bent zo
mooi
anders dan ik,
natuurlijk
niet meer of
minder
maar
zo mooi anders,
ik zou je
nooit
anders dan
anders willen.

Dit gedicht las ik in een psychiatrische inrichting, waar ik met een van de kinderen geregeld kwam, in de periode van het gezinshuis. Het sprak mij gelijk erg aan. Het maakt niet uit welke kleur, beperking, stoornis je hebt. In ieder mens zitten vele talenten, kleuren, krachten en positiviteit. Het is maar wie dit alles in je opmerkt en je met inzicht aarzelend begeleidt.

Het geeft voor mij ook een mooie samenvatting over wat pleegzorg inhoud. Een kind een kans geven, elke keer weer opnieuw. De deur voor ze openzetten en ze een steuntje in de rug geven. Met vallen en opstaan.

Onze beiden pleegzonen zijn inmiddels volwassen. Ze maken in grote lijnen hun eigen keuzes. De een heeft nog veel meer steun nodig dan de ander, maar ze moeten het grootste portie nu zelf doen. Wij staan nu meer aan de ‘zijlijn’. Ze weten ons te vinden voor vragen, steun en soms een luisterend oor. Ze schuiven aan voor een warme maaltijd. We vieren de verjaardagen en feestdagen. Als de nood hoog is, is het contact weer even heel intens. Maar soms zien we elkaar ook zo een maand niet. Maar we blijven er voor ze en dat weten ze.

Nu onze eigen dochter vier is, willen we weer beginnen met een pleegkind voor de weekenden en periodes in de vakantie pharmacieviagra.com. Afgelopen week een gesprek gehad met een pleegzorgbegeleider. Schrijnend om uit haar mond te horen dat er zo tekort aan pleegouders blijft. De regels worden steeds strenger. Moet ook wel, je zorgt voor andermans kinderen. Maar als je bijvoorbeeld weekendpleegouder wilt worden, moet je al verschillende avonden verplicht trainingen volgen. Ik kan mij voorstellen dat dit mensen afschrikt. Maar ze gaf ook aan dat elk aanvraag per situatie beoordeeld wordt. Welk je al met kinderen, in de verzorging etc. dan zijn de eisen misschien minder streng.

Mocht je dit lezen, dan vraag ik het je te overwegen. In welke vorm dan ook, om pleegouder te worden. Gezinshuisouder en later pleegouder heeft mij zoveel gebracht de afgelopen jaren.

Allereerst liefde voor een ander kind. Zo mooi om te ervaren dat dit kan. Mijn relativeringsvermogen is er zo op vooruit gegaan. Om je eigen kind op deze wijze van dichtbij mee te geven dat niet elk kind het getroffen heeft in Nederland. Maar bovenal om veel plezier te maken, avonturen te beleven en bijzondere momenten mee te geven aan een kind die het soms gewoon zo klote heeft. Hem of haar op deze manier weer het ‘kind zijn’ terug te geven. Of dat nou dagelijks is, in een weekend, in crisis of een middag in de maand, dat maakt niet uit. Elke vorm van pleegzorg is mogelijk.

Ik verheug mij erop om binnenkort weer een nieuw kind welkom te heten in ons huis.
Hopelijk ga jij het ook overwegen. Dank je wel!

 

Elk gezinshuis is uniek

Er staan vele verschillende huizen in Nederland. Met verschillende voordeuren. Ze lijken soms allemaal op elkaar, maar achter sommige voordeuren schuilt een bijzonder verhaal. Dat zijn gezinshuizen. Een gezinshuis is een kleinschalige vorm van hulpverlening waarbij een of meerdere kinderen tussen 0 en 18 jaar worden opgenomen in het eigen gezin van de gezinshuisouders. Verschil met pleegzorg is dat minstens een van de gezinshuisouders een professioneel geschoolde opvoeder is.

Door mijn werk als auditor kom ik momenteel in diverse gezinshuizen. Omdat ik zelf gezinshuisouder ben geweest, weet ik hoe bijzonder dit werk is. Een buitenstaander begrijpt vaak niet, wat de impact is om 24 uur per dag, zeven dagen in de week, verzorging en opvoeding te bieden aan andermans kinderen. Dat je in je eigen huis dus altijd werk en privé combineert.

Wanneer ik aanbel bij een gezinshuis denk ik vaak in een flits aan mijn eigen gezinshuis periode. Weer een vreemde aan je eigen keukentafel. Elk gezinshuis is uniek en dat moet vooral ook zo blijven. Je moet wel een beetje ‘gek’ zijn om dit werk te kunnen doen. Dan heb je vrijheid nodig om het in grote lijnen op je eigen wijze te kunnen doen. Maar ik miste in mijn eigen gezinshuis wel een aantal richtlijnen/kaders. Daarom ben ik blij dat nu veel gezinshuizen bezig zijn met het keurmerk. Ik kom als auditor kijken of hun werkwijze zo transparant mogelijk is en de veiligheid van de geplaatste jongeren en hun netwerk gewaarborgd is look at this site. Daarnaast of de gezinshuisouders er alles aan doen om hun werk zo professioneel mogelijk uit te voeren.

Maar ik kom bovenal graag aan die keukentafel zitten om te luisteren naar al die bijzondere mensen die dit werk doen. Met zoveel liefde en passie zorgen zij voor velen kinderen die anders in een leefgroep hadden moeten opgroeien, terwijl ze eigenlijk prima in een gezin kunnen opgroeien. Maar helaas stond hun wieg in een huis bij een vader en een moeder die eigenlijk geen vader of moeder kunnen zijn voor hun. Trots laten ze vaak het gezinshuis zien. Vertellen ze trieste verhalen over ‘hun’ kinderen, maar zeker ook de mooie momenten die ze samen beleven. Dat kleine stapjes vooruit in de ontwikkeling van de kinderen voldoening geeft in het werk. Dat het soms ook best heftig is en bij veel gezinshuisouders de valkuil bestaat dat ze niet genoeg tijd nemen voor hun eigen vitaliteit. Ik weet uit eigen ervaring dat een vrij weekend op z’n tijd, een vakantieperiode zonder de kinderen heel belangrijk is, anders trek je het niet. Omdat werk en privé in deze baan altijd door elkaar heen lopen.

Bijzondere gesprekken zijn dit, vaak heel privé. Ik vind het fijn dat ik zo een kleine bijdrage kan leveren aan de kwaliteit van, naar mijn mening, de mooiste en beste hulpvorm voor velen kinderen binnen jeugdzorg. Dat ik na het afnemen van de audit de gezinshuisouders een compliment kan geven en ze kan bedanken voor het mooie en nuttige werk dat ze dagelijks doen. Dat verdienen deze mensen. Het is niet niks wat ze doen. Zeven dagen per week. Zoals een van de gezinshuisouders van de week zo mooi zei; “kinderen zijn nog niet geholpen als je veel ‘weet’, maar als je er voor ze bent.”

7 maart 2015 is er een open dag bij veel gezinshuizen. Check Gezinshuis.com