Een groot hart

Een van mijn lievelingsnummers van de Dijk en de afgelopen kerstvakantie gemerkt dat mijn kleine meid ook ‘een groot hart‘ heeft.

“Wat is een geschikte leeftijd, als je zelf ook kinderen hebt, om met pleegzorg te beginnen”? Die vraag wordt mij vaak gesteld, als mensen informeren naar de mogelijkheden van pleegzorg. Lastig om daar het juiste antwoord op te geven. Elk kind is weer anders, reageert anders. Je hebt verschillende vormen van pleegzorg en elke vorm heeft een andere impact op je gezinsleven. Wij zijn zelf weer bezig voor een plaatsing van een weekendpleegkind. Wij hebben daarmee gewacht totdat onze dochter naar school ging. Met het idee dat ze dan de leeftijd heeft dat we dingen net al iets meer kunnen uitleggen en ze in staat is, om bijvoorbeeld speelgoed, te delen met een ander.

Bij ons is de situatie ook wel anders, omdat wij pleegzonen hebben die is ons leven zijn gebleven, nadat we gestopt waren met het gezinshuis. Onze dochter was toen nog niet geboren. Pleegzonen die best heftige dingen hebben meegemaakt en nog steeds meemaken. Onze dochter ‘kent’ ze dus al vanaf dat ze een baby is, maar de eerste jaren stelde ze geen vragen. De jongens waren soms een paar dagen over de vloer en ze vond het allemaal prima. Ik vond het wel mooi om te zien en te merken, dat ze vanaf kleins af aan vertrouwd was met de jongens. Ze kroop uit haarzelf op hun schoot. Gaf ze kusjes. Ze voelde aan dat het vertrouwd was, bijna eigen.

De beide jongens hebben best een heftig jaar achter de rug. Zeker onze jongste pleegzoon. Wat was het daarom extra fijn dat ze aan het einde van een bewogen jaar, bij onze kwamen logeren. De oudste wacht nog steeds op akkoord voor ‘regiobinding’, waar mijn vorige blog over ging, maar hopelijk is dit volgende week eindelijk duidelijk. Hij heeft er inmiddels zelf voor gezorgd, dat hij weer een baan heeft. Hij heeft tijdelijk een kamer en we gaan er vanuit dat hij dit jaar naar het zuiden kan verhuizen en weer een eigen woonplek krijgt.

Onze jongste pleegzoon kwam vanuit Frankrijk een paar dagen langs. Hij blijft boos op van alles en iedereen. ‘Schopt’ tegen alle regels aan die hem worden opgelegd, maar wat ‘groeit’ hij daar in Frankrijk op een positieve manier, ook al ziet hij dit zelf niet zo. De grootste winst is dat hij weer in een gezin opgroeit. Het maakt hem van een ‘institutie kind’ weer een sociaal persoon. Hij praatte volop. Wilde spelletjes doen. Genoot van uitstapjes buiten de deur. Knuffelde volop. Verzorgd zichzelf. Wat een verschil met een jaar geleden. Voor nu was het goed, al blijft bij hem de grote zorg hoe zijn toekomst gaat verlopen.

Nu onze dochter bijna zes is, komen de vragen. Ze is dol op beide jongens. Noemt ze trots haar pleegbroers, maar hoort en ziet ook hun zorgen en verdriet. Soms vind ik het lastig, is het niet al teveel wat in haar hoofdje omgaat? Vorige week zal ze naast mij een tekening te maken. Opeens hoorde ik gesnik. “Mama, moest K. vroeger ook vaak huilen?” “Als ik denk aan dat ik jou nooit meer zou zien, dan moet ik huilen.” We praten er regelmatig met haar over. Ze zegt blij te zijn, dat er papa’s en mama’s zijn, die andere kinderen een huis kunnen geven.

Wij hopen haar op deze manier mee te kunnen geven, dat niet elk kind het getroffen heeft in Nederland. Dat ze via pleegzorg een steeds ‘groter hart’ krijgt. Stapje voor stapje.

 

Met kerstfeest hoor je blij te zijn….

Met kerstfeest hoor je blij te zijn…
Dan is het altijd feest….

(lied Danny de Munck)

Helaas geldt dit niet voor iedereen. Een ieder kan voor zichzelf wel invullen hoe zijn/haar jaar verlopen is.
Rond dit soort dagen, waarin wij overspoeld worden met reclames van gelukkige families aan lange tafels, cadeautjes geven, denk ik vaak extra aan kinderen zonder familie. Kinderen in instellingen. Vluchtelingen zonder huis en haard. Mensen in ziekenhuizen. Eenzame ouderen. Mensen die een dierbare moeten missen.

Wat laten we ons toch meeslepen door reclames, moet het allemaal extra gezellig zijn rond deze dagen. Toen mijn moeder vorig jaar rond deze tijd aan bed gekluisterd was en ik zo slecht in mijn vel zat, had ik zelf ook last van al die ‘blije reclames’, vrolijke muziek en gezellige foto’s op Facebook. Realiseerde ik mij toen, dat voor veel mensen de decembermaand elk jaar klote is.

Wat willen we nu eigenlijk vieren met deze dagen? Dat we gezond en gelukkig zijn? Dat we leven in een vrij land? Dat wij bij onze familie en vrienden kunnen zijn? Ik blijf die saamhorigheid soms missen in onze maatschappij. Er heerst angst. We klagen over veel dingen. Niks lijkt meer goed. We roepen dat we er voor elkaar willen zijn, maar in de praktijk hebben we vaak geen tijd. Druk met onszelf. Weten we niet altijd waar we kunnen helpen, of hoe we dat moeten doen. Vinden we het misschien ook wel een beetje eng, die andere huidskleur, die andere cultuur.

Ik soms ook. Toch probeer ik in mijn naaste omgeving er voor die ander te zijn. Ben ik blij dat onze pleegzonen rond deze dagen bij ons over de vloer kunnen komen. Ben ik trots op een vriendin die kookt voor asielzoekers. Iemand anders die muziek gaat maken voor bejaarden. Kleine dingen die we kunnen doen voor mensen in onze naaste omgeving. Zodat het voor zo iemand soms  ook een ‘klein feestje’ is.

De liefste mensen,

Om mee te praten. Om mee te doen. Om voor te te doen. Om voor te kopen. Om aan te raken en te raken. Om aan te geven. Om om te geven. Om van te krijgen. Om voor te zijn. Om mee te zijn en te zijn.

Fijn dat ze in ons leven zijn!

 

op straat

Vandaag is hij jarig! De afgelopen jaren reden we naar zijn flat om daar te proosten op zijn nieuwe levensjaar. Helaas dit jaar daar geen slingers aan de wand.

Afgelopen zomer kwam hij trots met zijn auto op bezoek. Hij had werk, een eigen flat. Hij straalde. Hij had alles goed op orde. We genoten van zijn verhalen, dat hij zo goed in zijn vel zat.

Ik had hem wel gewaarschuwd voor de onderhuur van zijn flat. Aangezien hij voor langere tijd naar zijn biologische familie in Londen was geweest, had hij zijn flat onderverhuurd aan een kennis. Dit mag niet, weten we allemaal. Maar zou ik dit ook niet overwegen, als ik begin twintig zou zijn, en zo makkelijk een paar centen extra kan verdienen?

Helaas bleek die kennis niet zo’n beste vent. Huiselijk geweld. Dossier politie en ambulance. Kortom, de woningbouw heeft zijn huurcontract ontbonden. Terecht. Ik heb zelf onderhuur aangepakt bij woningbouwcorporaties en als er geklaagd wordt door omwonenden en instanties, dan moet je optreden. Snapt hij zelf ook.

Maar hij was in paniek. Dan is hij weer zo kwetsbaar. Geen vader en moeder om op terug te vallen. Hij schaamde zich ook. Gelukkig belde hij mij en vroeg om hulp. Hij wil weer naar Brabant komen. Naar ons. Hij heeft hier vrienden wonen uit zijn studietijd.

Ik ging aan de slag. Dacht dit met mijn netwerk in Brabant wel even te regelen. Dat viel vies tegen. Door de nieuwe wetgeving kan je, als je met hulpverlening te maken hebt, niet zomaar van regio ruilen. Je moet toestemming krijgen voor ‘regiobinding’. Daar ben ik nu al drie weken mee bezig en het is nog niet rond. Ik ben er verontwaardigd, verdrietig en boos om geweest.

Waarom? Omdat de hulpverlening in Utrecht, vanaf de dag dat de woningbouw de brief naar onze pleegzoon over onderhuur heeft verstuurd, niks meer voor hem heeft gedaan. Hoe kan je een jongen zo aan zijn lot overlaten? Hij is in totale paniek vorige week een nacht gaan slapen in de nachtopvang in Eindhoven. Tussen de gebruikers en alcoholisten. Om te zien met eigen ogen waar hij in het uiterste geval terecht zou komen na 1 december. “Erma ik wil hier na 1 december écht niet zijn”, deze nacht was een hel.” Mijn hart brak.

Zijn bewindvoerder die onredelijk doet omdat hij de stad wil verlaten. Moeilijk doet met geld vrij maken om zijn spullen ergens te kunnen opslaan. Instanties die niet samenwerken, je van het kastje naar de muur sturen. Mensen die zeggen terug te bellen en dit niet doen.

Nogmaals, hij is fout geweest met de onderhuur. Maar hoe kan je een jongen, die een groot deel van zijn leven in de jeugdhulpverlening heeft gezeten, zo laten vallen? Dat doet mij pijn. Dan werken er niet de juiste mensen op de juiste plek. Hadden de afgelopen weken voor mijn pleegzoon niet zo heftig hoeven te zijn geweest, als zijn mentor er écht voor hem was geweest. Als hij zijn ex-weekendpleegouders en ons niet had gehad, was hij misschien wel afgegleden. Dan pak je uit wanhoop toch de fles of een joint? Dan eindig je toch letterlijk in de goot?

Natuurlijk hebben we onze logeerkamer aangeboden, maar dat is het laatste wat hij wil. Hij wil eerst zijn zaakjes zelf proberen te regelen. Zijn eigen fouten herstellen. Daarnaast weet ik door mijn eigen werkervaring hoe het werkt. Heb je al een dak boven je hoofd, kom je onderaan de lijsten van crisisopvang etc. Hij wordt 26, wil een kamer voor zichzelf.

1 december moest de sleutel worden ingeleverd bij de woningbouw. Ik merkte de dagen daarvoor, dat hij in totale paniek was. Hij heeft toen ook zijn ex-weekendpleegouders om hulp gevraagd. Die wonen dichterbij op dit moment. Zij hebben er uiteindelijk ook voor gezorgd dat zijn spullen zijn opgeslagen en hebben hem nu even in huis genomen. Even rust.

Als het goed is horen we deze week of hij ‘regiobinding’ krijgt voor de gemeente Den Bosch. Uiteindelijk heb ik bij de maatschappelijke opvang een ‘engel’ gevonden. Een vrouw die haar vak verstaat. Weet wat deze jongeren nodig hebben. Dan kunnen we weer een uitkering gaan aanvragen, kan hij werk gaan zoeken en komt hij op de wachtlijst voor crisisopvang. Die tussentijd gaan we zijn slaapplek wel overbruggen met lieve mensen om hem heen.

Hij hoort niet thuis in de nachtopvang. Hij heeft geen verslaving, geen strafblad. Hij is gewoon een keer fout geweest en wordt daar nu voor gestraft. Een harde levensles. We gaan uiteindelijk voor een goede afloop. Een fijne, nieuwe plek voor hem.

Proost lieve jongen! Op een mooi, nieuw levensjaar!