Alicia

Alicia. Na afgelopen woensdag hebben veel mensen met haar kennis kunnen maken.  Ze stond centraal in een uitzending van 2doc. Ik heb het in delen gekeken. Hoe haar leven verloopt is deels te vergelijken met onze jongste pleegzoon en ik vond het daarom extra pijnlijk en confronterend om te zien. Maar ook knap hoe haar leven in beeld is gebracht. Haar wanhoop. Haar zoektocht. Haar verdriet. Haar boosheid.

In het begin stelt ze zich nog open voor haar groepsleiding, haar voogd. Kan ze zich laten troosten als ze zo intens verdrietig voor het slapen gaan zegt: “Ik ben niet speciaal, ik ben gewoon.” Uit ze haar gedachten naar de leiding; “Ik zit ergens op te wachten, maar weet eigenlijk niet waarop.” Is ze scherp na het overlijden van haar konijn; “Je hoort hem niet te vergeten!”, waar ze volgens mij doelt op haar moeder.

Je ziet de groepsleiding hun stinkende best doen in de documentaire, maar in een groep blijf je de wisseling van groepsleiders houden. Daarnaast zijn er meer kinderen zoals Alicia, dus er is niet altijd tijd. Tijd voor een gesprek. Een knuffel. Aandacht. Iets wat elk kind op z’n tijd kan gebruiken. Het gevoel dat je er mag zijn. Dat je gewoon bent. Je kind mag zijn.

Je ziet haar onrust en stress als haar moeder op bezoek komt. De onvoorwaardelijke liefde die ze lang houdt voor haar moeder. Een moeder die zelf een moeilijke jeugd heeft gehad en afspraken lang niet altijd na komt.

Ze verhard zie je in loop van de jaren. De kinderlijke onschuld is snel weg en haar ogen stralen steeds minder vaak. Ze krijgt medicijnen voor haar angsten. Niet verwonderlijk als groepsleiding tegen je zegt: “Wij weten het ook even niet meer”. Of je moeder die zegt: “je kunt beter hier zitten, dan waar ik vroeger gesloten zat.”

Elke dag die prikkels, drukte, hectiek op een groep.

Elke verhuizing  ‘je leven’ uit grote blauwe vuilniszakken uitpakken. Elke keer weer je plek veroveren in een nieuwe groep.

Altijd die hoop dat je weer thuis mag gaan wonen. Steeds extremer gedrag, zoals het opeten van een stuk papier tijdens een gesprek, omdat diep in je, die grote angst zit, dat mensen tegen je gaan zeggen dat je nooit meer bij je moeder kan gaan wonen.

Als die boodschap Alicia wordt medegedeeld, gaat het snel slechter met haar en wordt ze uiteindelijk opgesloten in één van de zwaarst gesloten zorginstellingen voor kinderen in Nederland.

Ik denk de afgelopen dagen vaak; wat als haar pleegvader niet was overleden? Wat als ze toen weer in een ander pleeggezin was geplaatst? Hoe was haar jonge leven dan verlopen?

Op internet werd emotioneel gereageerd op deze documentaire. Dit dertienjarige meisje maakt veel los bij iedereen. Begrijpelijk. Weet je, wat ik buiten een beter leven voor Alica hoop? Dat mensen die roepen op internet dat zij haar wel willen opvangen, zich gaan aanmelden als pleegouders.

Want dat is wat veel kinderen nodig hebben. Een thuis. Een gezin waar ze in alle rust kunnen opgroeien. Waar ze gewoon kind kunnen zijn. Daar is het voor Alicia helaas te laat voor….

 

 

Leven in het nu

 


“Hoi Erma, hoe is het met je?” Weken niks van hem vernomen en de dag dat hij is vrij gekomen, belt mijn pleegzoon meteen. Jaren geleden zal ik mij er aan ergeren, maar met de jaren heb ik geleerd om de draad gelijk weer op te pakken. Er voor hem te zijn. Nu.

Dit lukt nu ook nog, omdat de reden waarom hij vast moest zitten voor ons acceptabel is. Zou hij voor zwaardere delicten moeten zitten, dan zal ik daar meer moeite mee hebben.

Maar hij leeft met de dag. Van kleins af aan al.

Soms zou ik ook wel nog meer ‘in het nu’ willen leven. Ik probeer het na vorig jaar ook steeds meer. Minder zorgen maken over de dag van morgen. Minder plannen ver vooruit.  Nu leven. Nu doen. Ik moet dan soms denken aan mijn buurvouw uit Amersfoort, zij zei jaren terug al tegen mij; “jij hebt alles altijd al zo uitgestippeld, gepland, dat hou je niet vol.” Zij had toen al gelijk.

Misschien leer je het ook wel naar mate je ouder wordt. Dat je niet alles meer mee hoeft te maken. Je zelfverzekerder wordt. Met vallen en opstaan.

Op dat vlak heb ik altijd veel bewondering gehad voor de kinderen in ons gezinshuis. Hoe zij ondanks hun heftige shit uit het verleden, konden leven in het nu. Hun overlevingsdrang. Hun doorzettingsvermogen. Vergeleken met hun, ben ik een zwakkeling. Er daarom te blijven voor hun, ondanks alles, geeft ze de mogelijkheid om te (over)leven in het nu.

Ik was op hun leeftijd al toekomstplannen aan het maken. De wereld lag aan mijn voeten. Bij hun blijft dat lastiger. Omdat ze de basis hebben gemist. Het veilige nest. Zij hebben soms ook te maken met ‘regiobinding”. Als ik morgen naar Groningen wil verhuizen, kan dat. Zij niet, omdat de gemeente daar toestemming voor moet geven. Minder vrijheid, blijheid.

Dat maakt, denk ik, dat ze meer ‘in het nu’ leven. Daarom pak ik de draad gewoon weer op met onze jongste pleegzoon. Laat ik  hem weten dat ik blij ben voor hem. Omdat hij weer een woonplek heeft, een opleiding heeft gevonden en hij weer kan gaan voetballen bij de locale club.

Onvoorwaardelijk liefde. Omdat ik hem maar iets van dat gevoel gun, dat ik had op zijn leeftijd; dat de wereld voor hem aan zijn voeten ligt en hij zijn dromen kan nastreven.

Amish spreekwoord:

‘Degene die je liefde het minst verdienen, hebben deze het hardst nodig’

Loslaten is doorgaan met liefhebben

Ik ben er veel mee bezig de afgelopen dagen, met het woord loslaten. Een woord met zoveel betekenis, zoveel verschillende emoties.

Onze jongste pleegzoon zit weer vast. Na een goede periode in Frankrijk, probeerde hij weer zijn draai te vinden in Nederland. Die grote ‘boze buitenwereld’ die veel van hem vraagt, wat hij vaak niet waar kan maken. Waarvan hij zelf niet wil inzien dat hij daarvoor hulp nodig heeft om dat aan te kunnen. Die regels, die prikkels, die verleidingen.

Hij ontmoette een meisje, kreeg verkering, was verliefd. Prachtige foto’s volgden van hun mountainbike tochten op mooie plekken in Nederland. Het verzorgen van haar honden. Ik genoot van die plaatjes. Hij straalde.

Maar hij vergat alles en iedereen om hem heen, ondanks dat zij probeerde hem aan te sporen om zijn afspraken na te komen, zijn doelen te behalen.
Waarschijnlijk werd haar ‘druk’, teveel voor hem. De hechting. Zijn gevoelens waarmee hij worstelt en zich geen raad mee weet.

Dan gaat het weer fout. Iets wat we kennen van hem. Van kleins af aan doet hij dit. Hij gaat dan dingen kapot maken. Uit boosheid, frustraties, angst. Politie heeft hem opgepakt. Er staat nog een taakstraf open, dus zit hij even vast.

En weet je, ik denk dat hij dat deels ook fijn vindt. Hoe raar het misschien mag overkomen. De regelmaat, alles wordt voor hem geregeld onder één dak. Geen grote verleidingen. Dat dit deels zijn toekomst zal worden. Gesloten.

Dat maakt dat ik hem deels aan het loslaten ben. Niet in de betekenis dat ik hem nooit meer wil zien en er niet meer voor hem wil zijn. Ik zal hem altijd opzoeken, voor zover mogelijk.

Nee, loslaten op de manier die ik las in het gedicht van Lao Tse, een Chinese wijsgeer die rond 600 voor Christus leefde;

loslaten is doorgaan met liefhebben,
het is herkennen, dat een ander het zelf moet doen
Loslaten is niet een ander willen veranderen,
maar nagaan hoe ik mezelf anders zou kunnen opstellen om
het beste aan een ander te geven.
Loslaten is niet proberen de uitkomst te regelen,
maar accepteren, dat de ander zijn eigen weg gaat.