Een jaar verder sinds de eerste kennismaking. En wat is er al veel gebeurd in dat ene jaar.
Gelukkig was er gelijk een klik, die woensdagmiddag dat je samen met je mama bij ons kwam kennismaken. Vooral met onze dochter en met mij. Van mijn man moest je eerst nog niet veel hebben.
De middag werd een dag en al een snel een weekend. Je genoot volop van alles wat wij met je deden.
Je eerste keer in negen jaar buiten Den Bosch komen. Een stuk fietsen en dan picknicken. Je eerste keer naar een dierentuin. Samen een diner verzinnen, alles inkopen en dan samen bereiden. Zwemmen. De intocht van Sinterklaas. Logeren in de Achterhoek. Met Kerstmis aan een lange tafel met veel mensen. Voor veel kinderen allemaal heel gewoon, maar voor jou was veel voor de eerste keer. Je wereldje was heel klein.
Er waren ook wel gelijk zorgen. Over je woonsituatie. Je dagelijkse verzorging. Je band met je ouders. School. Slapen.
Ook al is dat niet de rol van weekendpleegouders, wij konden veel dingen niet aanzien en gingen tot actie over. Door mijn ervaring als gezinshuisouder en later als pleegouder, blijft mijn ervaring dat zaken soms te lang blijven liggen of dat er te lang over wordt gepraat, zonder dat er daadwerkelijk actie wordt ondernomen.
Dus wij gingen niet wachten op dat ‘potje met geld’ voor de zwemles. Hup, aanmelden en gaan, elke week. Gesprekken met de woningbouw schieten niet op? Hogerhand opzoeken en mensen wijzen op hun verantwoordelijkheden. Mijn man en ik zijn geen afgestudeerde psychologen en gedragswetenschappers, verre van dat, maar met gezond boerenverstand hadden wij al snel door, dat er achterstand is in haar ontwikkeling. Behandelgroepen en speciaal onderwijs konden geen onderzoeken of testen laten zien, terwijl zij er al jaren naar toe gaat. Hoe kan dat?
Wij zijn nu een jaar verder. Moeder heeft urgentie en krijgt binnenkort een woning. Zwemdiploma A en B zijn in de pocket. Pleegdochter gaat in plaats van naar een behandelgroep nu paar keer per week naar een zorgboerderij. Gesprekken met school lopen nog.
Nee, wij hoeven geen veer in onze kont. Ik schrijf dit uit een soort frustratie. Fijn dat de minister meer geld beschikbaar wil stellen voor de Jeugdzorg. Maar ik denk dat wij in veel gevallen, met logisch nadenken en efficiënter werken, heel veel meer en sneller dingen kunnen bereiken, zonder dat dit extra geld kost.
Gelukkig kunnen wij wat betekenen voor dit lieve meisje van negen. Zij verdient die veer in haar kont, want zij kan er niks aandoen, opgroeien in deze situatie. Zij en meer kinderen in dit land verdienen dat wij, volwassenen, wat vaker ons gezond boerenverstand gebruiken.