van moeder tot moeder

Het gaat steeds slechter thuis. Met dochter. Met moeder. Tussen moeder en dochter.

Natuurlijk voelt onze pleegdochter feilloos aan dat het niet goed gaat thuis. Ze slaapt en verblijft deels bij een vriend van moeder, omdat alle nachten thuis slapen al niet meer goed gaat. Ze doet steeds gekker, brutaler en bozer tegen moeder, omdat ze weet en voelt dat moeder het niet meer trekt.

Als je als moeder zegt; “Ik kan het niet meer”, is dat nog geen crisis. Terwijl ik met mijn gezond boerenverstand denk: “Hoe triest en zorgelijk is het, als een moeder zegt dat ze niet meer voor haar dochter kan zorgen?”, maar dat is blijkbaar nog geen crisis volgens de protocollen.

Crisis is het pas, als een kind zelf gevaar loopt en in deze situatie bepaalt het kind echter bijna alles wat er in het huis gebeurt en is moeder het ‘lijdend voorwerp’.

Wij zijn met woonplekken in gesprek waar ze misschien naar toe kan, maar dat kost tijd. Tijd wat wij naar mijn mening niet meer hebben, omdat ik de weekenden dat ze bij ons komt zie wat dit met haar doet.

Het kind hunkert naar warmte, knuffels, aandacht en geborgenheid.

Natuurlijk hebben mijn man en ik overwogen of wij haar tijdelijk in huis moeten nemen. Praktisch zou dat betekenen dat één van ons minder of helemaal niet meer kan werken, aangezien er altijd iemand bij haar in de buurt moet zijn.

Dat is echter niet de belangrijkste reden waarom wij haar niet volledig in huis gaan nemen.
Het vertrouwen winnen is erg belangrijk om een band te kunnen op bouwen met je pleegkind, hebben wij de afgelopen jaren ervaren. Je afspraken nakomen en geen dingen beloven die je niet waar kan maken.
Wij hebben vanaf het begin verteld dat zij hier alleen in de weekenden en vakanties komt. Die stabiele basis willen wij blijven bieden, als haar leventje straks volledig op haar kop staat zodra zij uit huis is geplaatst.

Wij willen het risico niet lopen dat een crisisplaatsing hier uit de hand loopt en zij ons daardoor ook kwijt raakt. Wij hopen langs de zijlijn in haar leven te blijven en haar te blijven bieden wat wij haar beloofd hebben; een veilige en vertrouwde plek, om leuke dingen als gezin te doen in een weekend.

Doordat wij gezinshuisouders zijn geweest, gaat onze rol wel verder dan alleen weekendpleegouder zijn. Ik irriteer mij soms nog steeds aan alle gesprekken die er gevoerd worden, afspraken die er gemaakt worden, maar dat er dan verder niks lijkt te gebeuren en of veranderd. Dagen en weken zijn weer voorbijgaan, terwijl iedereen om dit gezin heen ziet dat het thuis niet goed gaat.

Ik heb er veel over gepiekerd de afgelopen weken en daarom vandaag de stoute schoenen aangetrokken. Ik ben het gesprek aangegaan met moeder.

Een gesprek van moeder tot moeder. Waarin ik heb aangegeven dat ik vanuit mijn eigen moederhart praat. Dat ik zie dat het niet goed gaat met haar dochter. Dat dit mij verdriet doet en dat ik vind dat het zo niet langer door kan gaan. Het was een emotioneel gesprek, moeder ziet en merkt ook dat het niet goed gaat met haar dochter en haarzelf, maar zit vol angst en onzekerheid. Begrijpelijk.
Ik heb haar wederom gezegd dat ik veel respect heb voor haar, dat zei durft uit te spreken dat ze niet meer voor haar dochter kan zorgen. Dat is pas liefde, om dat in te zien en hardop uit te spreken.

Ze wil nu écht gaan mee werken. Ik hoop dat dit het laatste zetje is wat zij nodig had en dat deze vrijwillige uithuisplaatsing nu snel gaat gebeuren. Hoe klote ook, maar het is beter, voor moeder en kind.

Sprakeloos

Wat gaan wij straks tegen jou zeggen? Hoe vertel ik jou dat je niet meer bij je mama kan wonen?

Sinds je in ons leven bent, hebben wij vraagtekens over jouw thuissituatie en hoe de band is tussen jou en je moeder. Soms hebben wij tijdens het weekend dat je bij ons bent daar gesprekjes over. Vaak tijdens het fietsen, douchen, bakken, autorijden.

Je vertelt dat je mama strenger moet worden. Bij haar wil je niet gaan slapen, tandenpoetsen. Jij bepaalt veel thuis met je negen jaar. Je eist veel en je moeder geeft jou veel. Helaas vaak alleen letterlijk, middels bijna elke week wel weer een cadeautje uit de speelgoedwinkel.

Veel hulp aan huis is er geregeld de afgelopen maanden, maar er zit geen groei in. Het lijkt wel of de band tussen jullie te veel beschadigd is door wat jullie allebei hebben meegemaakt de afgelopen jaren.

Jouw moeder houdt zielsveel van jou, maar kan jou niet bieden wat jij zo hard nodig hebt, structuur, rust, veiligheid.

Dit ziet zij zelf nu ook in. Hoe klote ook.

“Bestond er maar een pilletje dat mijn moeder strenger kan worden” zei je vanochtend zelf heel scherp. Diep in je hart voel je waarschijnlijk zelf ook, dat het thuis niet goed gaat.

Helaas bestaat daar geen pilletje voor en gaan wij samen met jouw moeder op zoek naar een plek waar je tot rust kan komen en kan groeien.

Dat gun ik jou zo. Groei in je zelfvertrouwen. Dat je vrolijker wordt. Dat je niet meer op je tenen hoeft te lopen, overvraagd wordt.

Maar waren we maar vast een jaar verder. Dat de maanden van verdriet, boosheid deels voorbij waren. Waarin je dit verschrikkelijke nieuws te horen hebt gekregen. Je moet gaan wennen op je nieuwe plek en school. Je jonge leventje totaal overhoop ligt.

Ondanks dit alles ben ik ervan overtuigd dat je nieuwe woonplek een juiste plek voor je wordt. Wij zullen in je leven blijven en je steunen en troosten waar wij kunnen in de weg ernaartoe.

Ik hoop dat wij over een jaar samen met je moeder en je ‘nieuwe gezin’ aan tafel kunnen zitten. Dat wij zien dat je daar op je plek bent, je rust hebt en je ogen weer sprankelen.

Maar nu eerst de weg ernaartoe……slik….klote…

Rotjochies

Na de documentaire ‘Alicia’ was afgelopen maandag ‘Rotjochies’ te zien op de TV.

Jongeren worden in deze documentaire gevolgd op een afgelegen boerderij in Frankrijk. Beschadigde jongeren door alles wat ze in hun leven al hebben meegemaakt. Onze pleegzoon heeft ook een periode in Frankrijk gewoond, ik schreef er toen dit over; Vive la France

Ik zag mijn pleegzoon terug in de jongeren van deze documentaire. Veel roken, wegvluchten naar buiten om te gaan roken als het gesprek te confronterend of te emotioneel wordt. Allemaal in hetzelfde schuitje, zo stoer van buiten, maar zo klein en kwetsbaar van binnen. Wat je bijvoorbeeld terug zag in het vaak knuffelen met een kat, een dier zegt niks terug, accepteert je zoals je bent. Ze zijn kapot gemaakt van binnen, door alles wat ze in hun jonge leven al hebben gezien en gehoord.

De verharding die ik ook in de loop van de jaren bij onze pleegzoon zag. Het kind wordt kleiner, emoties worden weggedrukt door drank en drugs. Meedoen met je ‘vrienden’, elke dag in een ‘overlevingsstand’.

Deels hebben ze dit gedrag niet aan zichzelf te danken, zijn ze ook gevormd door een onveilige omgeving. Dit vond ik goed verwoord door de hulpverlener in het gesprek tussen vader en zoon over het verlof wat eraan zat te komen; “Je kan een vader niet uit huis plaatsen.” “Het kind moet dan weer terug”. Kinderen hebben niet altijd om deze situatie gevraagd, ouders hebben hierin ook een groot aandeel.

Aan het einde van deze documentaire kwam ik net als bij onze pleegkinderen maar tot één conclusie, uiteindelijk moeten ze zelf met hulp een toekomt opbouwen als ouders niet die veilige thuissituatie kunnen bieden. Want dat is wat deze jongeren ook te lang gemist hebben, een veilig thuis. Wij noemen ze als maatschappij denk ik te makkelijk en te snel ‘rotjochies’. Er zit een verhaal achter elke ‘rotjochie’.