een extra bord op tafel

We zitten midden in een traject voor het plaatsen van een nieuw pleegkindje voor de weekenden in ons gezin. Onze twee pleegzonen zijn ruim de achttien gepasseerd en komen minder frequent langs, dus er is weer ruimte in ons hart om een kindje een fijn weekend te bezorgen.

Met onze jongste pleegzoon blijft het moeizaam gaan. Momenteel lopen veel onderzoeken, ook vanuit politie, of hij bij incidenten betrokken was. Daarnaast liggen risico’s van verslaving op de loer. Dat maakt het contact momenteel stroef. Ik blijf hem bellen, maar hij lijkt vaak om de waarheid heen te draaien. Daardoor ontstaat er momenteel wat afstand. Niet erg. Ervaring leert dat de band er wel is en er altijd zal blijven.
Onze oudste pleegzoon zit op zijn plek in de de flat en stad waar hij nu woont. Blijft ons verrassen met opleidingen die hij wil gaan doen. Van dj tot bij de marine. Is zoekende, onrust blijft soms aanwezig in zijn leven, mede denk ik door zijn ADHD. Maar op zijn manier vindt hij structuur in zijn leven, waar hij zich happy bij voelt.

Ondanks onze jaren als gezinshuisouders en daarna al pleegouders moeten wij nu toch weer even door “de malle molen” voor de selectie om opnieuw een pleegkind in ons huis te mogen opvangen. Dit komt mede door de vele fusies binnen jeugdzorg de afgelopen jaren. Daardoor zijn verslagen van onze selectieprocedure voor gezinshuisouders “verdwenen”. Ook wonen wij momenteel in een andere provincie dan toen wij gestart zijn als pleegouders.

De pleegzorgbegeleider voelde zich ook enigszins bezwaard dat ondanks onze ervaringen, mijn boek, mijn blog, wij het traject toch nog weer moeten doorlopen. Al is er “hogerhand” wel akkoord gegeven dat wij niet alle stappen hoeven te doorlopen.

Daarom zaten wij gisteren weer aan tafel om onszelf te “verkopen”, waarom wij geschikt zouden zijn om pleegouders te worden buy kamagra jelly online uk. Net als ruim tien jaar geleden toen wij in de selectie zaten om gezinshuisouders te worden. Inmiddels tien jaar wijzer en met het grote verschil dat we nu zelf ouders zijn van een dochter. Emoties rondom het verleden van kinderen komen nu “harder” binnen bij mij. Ook het besef hoe het voor een ouder moet zijn als een kind (tijdelijk) niet meer bij je kan wonen.

Gisteren gingen de vragen met name over onze jeugd. Uit wat voor nest kom je? Relaties binnen de families. Wat neem je mee uit je opvoeding, wat absoluut niet. Mooi om te zien hoe de verschillen in de opvoeding tussen mijn man en ik, samenkomt in de opvoeding van onze dochter. Ook over de jaren binnen ons gezinshuis gehad. De pleegzorgbegeleider was verrast, dat wij toen op jonge leeftijd, zonder ervaringen binnen jeugdzorg, zoveel jaren jongens met best een heftige problematiek een thuis hebben kunnen geven. Zegt wel wat over onze karakters concludeerde ze. Humor en nuchtere kijk op incidenten viel haar ook op.

Ik blijf het bijzonder vinden om samen met mijn man eens stil te staan bij wie we zijn, als individu en als stel. Om het over de verschillen te hebben in onze karakters, hoe wij onze dochter opvoeden en onze kijk op het leven. De bijzondere jaren die we samen hebben beleefd binnen het gezinshuis. Onze pleegzonen. Op een dinsdagavond in de tuin mooie gesprekken met een “buitenstaander”.

Over een aantal weken volg een tweede gesprek met iemand van jeugdzorg. Langzaam aan kunnen we dan weer aan het idee gaan wennen dat we over een tijdje weer een extra bord op tafel kunnen zetten. Voor een jongen of meisje die je ook een thuis gunt.

dagboek van een gezinshuisouder

Van de een op de andere dag word je een soort van papa en mama voor vier jongens. Zes persoonlijkheden, die geen familie van elkaar zijn, worden bij elkaar gezet in een huis. De kinderen groeien in hun ontwikkeling. Toch worden ze dagelijks geconfronteerd met het feit dat ze niet opgroeien bij hun eigen ouders. Over die emoties en over de gevolgen wat dit heeft voor hun gedrag in het dagelijks leven gaat dit boek. Mijn dagboek over de jaren dat ik gezinshuisouder ben geweest. Interesse in het boek? Stuur een mail naar erma@tigelaar.net

Week vierenveertig gaat als “zwarte week” te boek in dit dagboek. Waarin wij donderdag het moeilijkste ooit tegen een kind moesten zeggen: “Je mag niet meer in ons huis wonen”. Erg zwaar!

Het begon de zondagavond na de herfstvakantie. Ik kreeg telefoon van de oppas die in onze vakantie in het vakantiehuis had gewerkt. Ze vertelde dat Susil zijn afspraken niet nakomt. Treinen die niet zouden rijden. Te laat thuis. In het bezit van diverse telefoons. Blowen. Het voelde niet goed zei ze. Maar liegen en bedriegen.

De laatste maanden gaat alles stiekem. Bijna geen verhaal klopt meer. Heel vermoeiend, maar ook emotioneel. De behandelcoördinator gebeld en gezegd dat Susil voor een paar nachten weg moet. Even een time-out. ’s Avonds er weer lang over gepraat. Ook met collega gezinshuisouders. Opeens kwam zo sterk dat gevoel bij mij naar boven, dat ik er klaar mee was. Ik wilde niet meer controleren. Continue een radar zijn en alles checken. Alleen maar denken: “het klopt niet wat je zegt”. Toen hebben Huub en ik na een slapeloze nacht besloten dat we niet verder willen met Susil. We kunnen het niet meer, het vertrouwen is weg.

Dinsdagochtend heb ik de divisiemanager en de behandelcoördinator ingelicht. Het was best een pittig gesprek. Zij vonden zich in eerste instantie buitenspel gezet door onze beslissing. Het was een zwaar gesprek van ruim twee uur. Hoe had ik de afgelopen maanden beleefd? Wat voelde ik de afgelopen periode rondom Susil? Hoe zijn we tot deze keuze gekomen? Ik was helemaal leeg na afloop en toen ik Huub aan de telefoon kreeg, kwamen alle emoties eruit. Ik kon alleen maar huilen. Maar hop, weer over tot de orde van de dag. Boodschappen doen, de was, de kids weer uit school halen. Nog niks kunnen laten merken, het vreet aan mij.

De donderdag is klote. Eerst een gesprek met zijn voogd en de behandelcoördinator, waarin weer de discussie oplaait, wie waar verantwoordelijk voor is. Al zegt een ieder onze keuze te respecteren. Alle instanties zijn door onze “plotselinge keuze” voor het blok gezet. Onduidelijk is nu waar Susil naar toe kan. Klote. Krijgt het kind vandaag nog niet te horen waar hij naar toe gaat. Nog meer onzekerheid. Wat een situatie.

Dan komt Susil bij het gesprek zitten. Hij ziet er moe uit. Hij geeft ons een hand. Hij trilt, is bang. Huub neemt het woord. Dat is voor hem het meest moeilijke dat hij ooit tegen iemand heeft moeten zeggen: ” Je kan niet meer bij ons wonen”. We hebben het kort gehouden naar Susil toe. We kunnen heel uitgebreid vertellen waarom hij niet meer bij ons kan wonen, maar niks komt meer binnen bij hem. Na het gesprek liep hij gelijk weg. Buiten zie ik zijn schouders schokken, hij huilt.

Gelaten lopen we samen naar huis. Snel onze tranen weg vegen, want de taxi van Sjoerd komt er alweer aan. Over naar de orde van de dag. Zwaar!

 

 

afscheid nemen bestaat niet

Twee weken terug bericht van de tante van onze jongste pleegzoon. Hij is bij hun niet op verlof verschenen. Ik wist gelijk genoeg. Hij is er weer tussenuit gevlogen. Ik was in eerste instantie erg boos. Eindelijk heeft hij een plek waar hij langer kan verblijven, een dak boven zijn hoofd. Een dagbesteding waar hij plezier aan beleeft. Hij kan weer voetballen en het verlof naar zijn familie en naar ons toe was weer opgepakt. Waarom loopt hij nou weer weg? Ik was boos en wilde het niet begrijpen.

Maar ik ben dan ook opgegroeid binnen een ‘happy Tros gezin’. Met veel liefde, rust en veiligheid.
Hij heeft op meer dan vijftien plekken gewoond in z’n leven. Zijn moeder amper gekend in z’n jonge leven. Vader is nooit in beeld geweest. Zijn oma, die een mama en oma ineen was voor hem, wordt wreed weggerukt uit zijn leven door een noodlottig ongeval. Bij de begrafenis van zijn oma heb ik de psycholoog, waarbij hij toen onder behandeling was,  gevraagd wat de gevolgen kunnen zijn van een leven wat onze pleegzoon al achter de rug heeft. Verslaving en depressies.

Verslaving lijkt nu onderdeel te worden van zijn leven. Gisteravond is hij weer verschenen op het terrein van de instelling, zo stoned als een garnaal. Zijn mentor heeft een vermoeden waar hij zich heeft opgehouden de afgelopen weken. De kans is daarom groot dat hij diverse middelen gebruikt heeft, naast de drank.

Naast boosheid heb ik dan verdriet. Want ik heb door mijn fijne jeugd, mijn lieve familie en vrienden om mij heen, totaal geen idee hoe het voelt, als je deels ‘alleen op de wereld bent’. Hij heeft op zoveel plekken gewoond, waar zo vaak is belooft; je kan hier lang blijven wonen. Maar toch moest hij telkens weer weg en dit lag echt niet elke keer aan hem. Geen vader en moeder hebben waar je altijd op terug kan vallen. Diverse stoornissen hebben, waar je deels zelf niks aan kan doen.

Wat zal ik doen als ik in zijn schoenen zal staan? Zal ik het leven dan aan kunnen? Zal ik ook niet naar middelen gaan grijpen om het leven dragelijker te maken?

Van de week in de auto hoorde ik het nummer van Marco Borsato voorbij komen:
‘afscheid nemen bestaat niet, ik ga wel weg, maar verlaat je niet’

Ik moest huilen.

Het afgelopen jaar zijn mijn man en ik bezig ‘afscheid te nemen’ van hem, met vallen en opstaan en met veel verdriet. Het moet. Ter bescherming van onszelf, ons gezin, onze dochter van vier.
De kans is groot dat zijn verslaving erger wordt. Dat dit nog maar een druppel op een gloeiende plaat is. Met heel mijn hart hoop ik dat we het fout hebben, maar mijn verstand zegt anders. Het is nu ook afwachten wat de rechter gaat doen, nu hij zijn taakstraf niet heeft verricht. De kans is groot dat hij weer vastgezet gaat worden.

We zullen hem altijd blijven opzoeken, waar hij ook woont, vrijwillig of gedwongen. Ik zal hem blijven bellen en ons gesprek zal standaard eindigen met de woorden; “love you”. Hij blijft onderdeel van ons leven. Zijn foto’s hangen in ons huis. De knuffel van onze dochter, die ze standaard wil hebben als ze moe of verdrietig is en waar ze altijd mee slaapt, heeft hij gegeven toen ze geboren werd.

Wat je ook doet
Waar je ook gaat
Wanneer je me nodig hebt
Fluister gewoon mijn naam
En ik kom eraan

Afscheid nemen bestaat niet