(T)huis

De afgelopen weken reed ik weer door het hele land voor audits bij verschillende gezinshuizen. Zeeland, Gelderland, Noord-Brabant en Zuid-Holland. Overal staan ze, onopvallend tussen andere huizen in een straat. Ook achter de voordeur merk je vaak niet gelijk dat dit toch een ander (t)huis is. Foto’s van kinderen hangen aan de muur. Tekeningen zijn op de koelkast geplakt. Speelgoed in de hoek. De hond in de mand.

Ik ga aan de keukentafel zitten en pak mijn ordners erbij en denk elke audit weer; ik ga nu ‘beoordelen’ of deze gezinshuisouders het ‘goed doen’. Goed? Het is fantastisch, formidabel, buitengewoon en té gek wat deze mensen doen. 24 uur per dag, zeven dagen in de week.

Afgelopen week was ik bij een gezinshuisouder wie privé een erg heftig jaar achter de rug had. Ik luisterde ademloos naar deze vrouw. Want ondanks alle shit had zij één doel voor ogen, haar gezinshuis zou blijven bestaan. Zoveel liefde voor andermans kinderen. Zo’n groot hart. “Hoe houdt je je staande?”, vroeg ik haar. “Ik houd mij groot als de kinderen om mij heen zijn.” ” ’s avonds als ze op bed liggen, komen soms de tranen.” Net als een ‘normale’ mama, dacht ik ontroerd op de terugweg in de auto.

Maar een gezinshuis is ook een bedrijf. Ze hebben te maken met budgetten, jaarplannen, evaluaties en nu dus ook een keurmerk. Kwaliteit voor andermans kinderen. Dat gaat best ver. Speeltoestellen in de tuin moeten gekeurd zijn. Protocollen moeten ingevoerd worden. Ontruimingsoefeningen moeten ingepland worden. Klachten, signalen moeten beschreven worden volgens een PlanDoCheckAct model.

Gezinshuisouders hebben soms moeite met het woord ‘bedrijf’. Ik snap dat. Natuurlijk is het keurmerk van belang. Er wonen andermans kinderen in je huis en dan moeten bepaalde zaken goed geregeld zijn. Maar de kracht van deze bedrijfstak is wel het gezin, het normale leven. Die vrijheid moeten we de gezinshuisouders blijven geven. Dan blijven ze in staat om deze mooie hulpvorm te blijven runnen. Het bieden van een thuis is namelijk hun grootste kwaliteit.

Ik help ze daarom graag tijdens de interne audit om adviezen te geven. Om de puntjes op de i zetten voor bepaalde onderdelen van het keurmerk. Als ik dan de deur uit ben, hoop ik altijd dat die keukentafel weer snel gebruikt wordt, daar waar hij eigenlijk voor bedoeld is. Voor het gezin een plek om spelletjes aan te doen, een kopje thee te drinken na school, gezamenlijke maaltijden, mooie gesprekken. Een gezin aan tafel. Een thuis.

  Alsof je een plek bereikt, om je heen kijkt en weet dat je thuis bent

                                  Alsof je dit al kende, voordat je het zag, er geweest was voordat je er zou komen

Zo thuis.

 (Kees Spiering)

 

Loslaten is doorgaan met liefhebben

Ik ben er veel mee bezig de afgelopen dagen, met het woord loslaten. Een woord met zoveel betekenis, zoveel verschillende emoties.

Onze jongste pleegzoon zit weer vast. Na een goede periode in Frankrijk, probeerde hij weer zijn draai te vinden in Nederland. Die grote ‘boze buitenwereld’ die veel van hem vraagt, wat hij vaak niet waar kan maken. Waarvan hij zelf niet wil inzien dat hij daarvoor hulp nodig heeft om dat aan te kunnen. Die regels, die prikkels, die verleidingen.

Hij ontmoette een meisje, kreeg verkering, was verliefd. Prachtige foto’s volgden van hun mountainbike tochten op mooie plekken in Nederland. Het verzorgen van haar honden. Ik genoot van die plaatjes. Hij straalde.

Maar hij vergat alles en iedereen om hem heen, ondanks dat zij probeerde hem aan te sporen om zijn afspraken na te komen, zijn doelen te behalen.
Waarschijnlijk werd haar ‘druk’, teveel voor hem. De hechting. Zijn gevoelens waarmee hij worstelt en zich geen raad mee weet.

Dan gaat het weer fout. Iets wat we kennen van hem. Van kleins af aan doet hij dit. Hij gaat dan dingen kapot maken. Uit boosheid, frustraties, angst. Politie heeft hem opgepakt. Er staat nog een taakstraf open, dus zit hij even vast.

En weet je, ik denk dat hij dat deels ook fijn vindt. Hoe raar het misschien mag overkomen. De regelmaat, alles wordt voor hem geregeld onder één dak. Geen grote verleidingen. Dat dit deels zijn toekomst zal worden. Gesloten.

Dat maakt dat ik hem deels aan het loslaten ben. Niet in de betekenis dat ik hem nooit meer wil zien en er niet meer voor hem wil zijn. Ik zal hem altijd opzoeken, voor zover mogelijk.

Nee, loslaten op de manier die ik las in het gedicht van Lao Tse, een Chinese wijsgeer die rond 600 voor Christus leefde;

loslaten is doorgaan met liefhebben,
het is herkennen, dat een ander het zelf moet doen
Loslaten is niet een ander willen veranderen,
maar nagaan hoe ik mezelf anders zou kunnen opstellen om
het beste aan een ander te geven.
Loslaten is niet proberen de uitkomst te regelen,
maar accepteren, dat de ander zijn eigen weg gaat.

 

de tijd zal het leren

Veel reacties heb ik gehad naar aanleiding van mijn laatste twee blogs over onze jongste pleegzoon. Hierdoor heb ik nieuwe contacten kunnen maken. Mensen die werkzaam zijn binnen de sector en willen meedenken. Pleegouders die mijn frustraties begrijpen en zorgen delen. Delen is dan écht een beetje helen.

Het contact met onze pleegzoon ging moeizaam de eerste dagen nadat hij weer in Nederland was. Hij was niet meer teruggekeerd naar zijn tante, waar hij een week zou verblijven en ook de tijdelijke terugkeer naar Frankrijk is hierdoor niet doorgegaan. Hij ‘verstopte’ zich letterlijk. Iets wat hij vanaf kleins af aan al deed, als er iets gebeurde wat hem verdrietig, boos of angstig maakte. Ik vond hem dan vaak onder zijn bed of in een kast. Op zo’n plek kwam hij dan vaak tot rust en hij riep ons als de ‘bui’ over was en hij een dikke knuffel kon gebruiken.

Waarschijnlijk kon hij nu ook wel een knuffel gebruiken, maar was hij teveel zijn gevoelens aan het onderdrukken met drank en wiet. Om zo maar niet altijd te hoeven denken aan zijn onzekere toekomst. Het contact dat we de eerste dagen hadden, was voornamelijk via de app. Zijn telefoon opnemen deed hij niet meer. Vluchtgedrag.

Om hem heen waren wel mensen bezig met zijn toekomst. Mensen die uiteindelijk hebben toegegeven dat er fouten zijn gemaakt in het proces van terugkeer naar Nederland van onze jongste pleegzoon. Dat het vluchtgedrag van hem deels te verklaren was, omdat er gewoon niks geregeld was. Alles zo klote onzeker voor hem was, dat vluchten en gevoelens wegdrukken, voor hem de enige uitweg leek.

Maar aan de andere kant hebben we hem ook gewezen op zijn verantwoordelijkheden. Waarom hij een jaar naar Frankrijk moest. Zijn verslavingsproblematiek. Hij heeft op een ochtend, toen hij al een paar dagen verdwenen was, onder invloed zijn spullen opgehaald bij zijn tante. Hij moet gaan beseffen hoeveel pijn hij haar hiermee doet. Zijn nichtjes en neefje.

Uiteindelijk kwam er na een kleine twee weken duidelijkheid over een nieuwe tijdelijke woonplek voor hem. Een mooie kans met dagbesteding en begeleiding. Prompt nam hij de telefoon weer op. Angst en onzekerheid zijn weer even naar de achtergrond verdwenen. Praten over waar hij ruim twee weken heeft gezeten, wil hij niet. Leven in het nu. We zijn het gewend van hem.

Hij zit nu ruim een week op zijn nieuwe plek. Vanochtend had ik hem weer even aan de lijn. Hij lijkt zichzelf snel herpakt te hebben na twee weken ‘feesten’. Hij wil deze kans grijpen. Hij wil bewijzen dat hij het kan. Die spirit had hij ook echt de laatste weken in Frankrijk als ik hem sprak. “Als ik naar Nederland kom, ga ik er nu écht wat van maken.”

Hij wil het zo graag. De tijd zal het leren……