Zo mooi anders

Het gedicht van Hans Andreus kom ik elke dag tegen. Het hangt in ons huis.

Je bent zo
mooi
anders dan ik,
natuurlijk
niet meer of
minder
maar
zo mooi anders,
ik zou je
nooit
anders dan
anders willen.

Dit gedicht las ik in een psychiatrische inrichting, waar ik met een van de kinderen geregeld kwam, in de periode van het gezinshuis. Het sprak mij gelijk erg aan. Het maakt niet uit welke kleur, beperking, stoornis je hebt. In ieder mens zitten vele talenten, kleuren, krachten en positiviteit. Het is maar wie dit alles in je opmerkt en je met inzicht aarzelend begeleidt.

Het geeft voor mij ook een mooie samenvatting over wat pleegzorg inhoud. Een kind een kans geven, elke keer weer opnieuw. De deur voor ze openzetten en ze een steuntje in de rug geven. Met vallen en opstaan.

Onze beiden pleegzonen zijn inmiddels volwassen. Ze maken in grote lijnen hun eigen keuzes. De een heeft nog veel meer steun nodig dan de ander, maar ze moeten het grootste portie nu zelf doen. Wij staan nu meer aan de ‘zijlijn’. Ze weten ons te vinden voor vragen, steun en soms een luisterend oor. Ze schuiven aan voor een warme maaltijd. We vieren de verjaardagen en feestdagen. Als de nood hoog is, is het contact weer even heel intens. Maar soms zien we elkaar ook zo een maand niet. Maar we blijven er voor ze en dat weten ze.

Nu onze eigen dochter vier is, willen we weer beginnen met een pleegkind voor de weekenden en periodes in de vakantie pharmacieviagra.com. Afgelopen week een gesprek gehad met een pleegzorgbegeleider. Schrijnend om uit haar mond te horen dat er zo tekort aan pleegouders blijft. De regels worden steeds strenger. Moet ook wel, je zorgt voor andermans kinderen. Maar als je bijvoorbeeld weekendpleegouder wilt worden, moet je al verschillende avonden verplicht trainingen volgen. Ik kan mij voorstellen dat dit mensen afschrikt. Maar ze gaf ook aan dat elk aanvraag per situatie beoordeeld wordt. Welk je al met kinderen, in de verzorging etc. dan zijn de eisen misschien minder streng.

Mocht je dit lezen, dan vraag ik het je te overwegen. In welke vorm dan ook, om pleegouder te worden. Gezinshuisouder en later pleegouder heeft mij zoveel gebracht de afgelopen jaren.

Allereerst liefde voor een ander kind. Zo mooi om te ervaren dat dit kan. Mijn relativeringsvermogen is er zo op vooruit gegaan. Om je eigen kind op deze wijze van dichtbij mee te geven dat niet elk kind het getroffen heeft in Nederland. Maar bovenal om veel plezier te maken, avonturen te beleven en bijzondere momenten mee te geven aan een kind die het soms gewoon zo klote heeft. Hem of haar op deze manier weer het ‘kind zijn’ terug te geven. Of dat nou dagelijks is, in een weekend, in crisis of een middag in de maand, dat maakt niet uit. Elke vorm van pleegzorg is mogelijk.

Ik verheug mij erop om binnenkort weer een nieuw kind welkom te heten in ons huis.
Hopelijk ga jij het ook overwegen. Dank je wel!

 

Elk gezinshuis is uniek

Er staan vele verschillende huizen in Nederland. Met verschillende voordeuren. Ze lijken soms allemaal op elkaar, maar achter sommige voordeuren schuilt een bijzonder verhaal. Dat zijn gezinshuizen. Een gezinshuis is een kleinschalige vorm van hulpverlening waarbij een of meerdere kinderen tussen 0 en 18 jaar worden opgenomen in het eigen gezin van de gezinshuisouders. Verschil met pleegzorg is dat minstens een van de gezinshuisouders een professioneel geschoolde opvoeder is.

Door mijn werk als auditor kom ik momenteel in diverse gezinshuizen. Omdat ik zelf gezinshuisouder ben geweest, weet ik hoe bijzonder dit werk is. Een buitenstaander begrijpt vaak niet, wat de impact is om 24 uur per dag, zeven dagen in de week, verzorging en opvoeding te bieden aan andermans kinderen. Dat je in je eigen huis dus altijd werk en privé combineert.

Wanneer ik aanbel bij een gezinshuis denk ik vaak in een flits aan mijn eigen gezinshuis periode. Weer een vreemde aan je eigen keukentafel. Elk gezinshuis is uniek en dat moet vooral ook zo blijven. Je moet wel een beetje ‘gek’ zijn om dit werk te kunnen doen. Dan heb je vrijheid nodig om het in grote lijnen op je eigen wijze te kunnen doen. Maar ik miste in mijn eigen gezinshuis wel een aantal richtlijnen/kaders. Daarom ben ik blij dat nu veel gezinshuizen bezig zijn met het keurmerk. Ik kom als auditor kijken of hun werkwijze zo transparant mogelijk is en de veiligheid van de geplaatste jongeren en hun netwerk gewaarborgd is look at this site. Daarnaast of de gezinshuisouders er alles aan doen om hun werk zo professioneel mogelijk uit te voeren.

Maar ik kom bovenal graag aan die keukentafel zitten om te luisteren naar al die bijzondere mensen die dit werk doen. Met zoveel liefde en passie zorgen zij voor velen kinderen die anders in een leefgroep hadden moeten opgroeien, terwijl ze eigenlijk prima in een gezin kunnen opgroeien. Maar helaas stond hun wieg in een huis bij een vader en een moeder die eigenlijk geen vader of moeder kunnen zijn voor hun. Trots laten ze vaak het gezinshuis zien. Vertellen ze trieste verhalen over ‘hun’ kinderen, maar zeker ook de mooie momenten die ze samen beleven. Dat kleine stapjes vooruit in de ontwikkeling van de kinderen voldoening geeft in het werk. Dat het soms ook best heftig is en bij veel gezinshuisouders de valkuil bestaat dat ze niet genoeg tijd nemen voor hun eigen vitaliteit. Ik weet uit eigen ervaring dat een vrij weekend op z’n tijd, een vakantieperiode zonder de kinderen heel belangrijk is, anders trek je het niet. Omdat werk en privé in deze baan altijd door elkaar heen lopen.

Bijzondere gesprekken zijn dit, vaak heel privé. Ik vind het fijn dat ik zo een kleine bijdrage kan leveren aan de kwaliteit van, naar mijn mening, de mooiste en beste hulpvorm voor velen kinderen binnen jeugdzorg. Dat ik na het afnemen van de audit de gezinshuisouders een compliment kan geven en ze kan bedanken voor het mooie en nuttige werk dat ze dagelijks doen. Dat verdienen deze mensen. Het is niet niks wat ze doen. Zeven dagen per week. Zoals een van de gezinshuisouders van de week zo mooi zei; “kinderen zijn nog niet geholpen als je veel ‘weet’, maar als je er voor ze bent.”

7 maart 2015 is er een open dag bij veel gezinshuizen. Check Gezinshuis.com

 

Verhaaltje voor het slapen gaan

Mijn dochter van vier houdt er ook zo van. Elke avond weer. Zij kiest het verhaaltje. Momenteel lezen we uit het boek van Jip en Janneke. Papa of mama sluiten zo met haar de dag af. Samen in bed of op de zitzak naast het bed. Knuffel erbij, duim in de mond. Veilig bij papa of mama, geborgenheid. Elke avond weer.

Wel eens bij stilgestaan dat niet elk kind op deze fijne manier de dag kan afsluiten? Er wisselende groepsleiders zijn, die er niet allemaal zin in hebben om voor te lezen. Er door de hectiek van een groep ook simpelweg niet altijd tijd voor is. Er velen kinderen zonder knuffel, kus, “love you” in slaap moeten vallen. Deze gedachten flitsen wel eens door mijn hoofd als ik mijn dochter naar bed breng. Zij kan mij ‘dood’ knuffelen. Zij weet en voelt aan, hoe klein ze ook nog maar is, dat ze veilig is en wij onvoorwaardelijk van haar houden.

De jongens in het gezinshuis genoten ook erg van het ‘naar bed gaan ritueel’. Even alleen aandacht. Vragen waar ze mee zaten, vaak over hun verleden, hun ouders, durfden ze dan te stellen. Die aai over hun bol, een extra kus. Warmte en geborgenheid.

Ik vond het soms ook moeilijk, de vragen, het verdriet wat ze hadden voor het slapen gaan. Regelmatig denk ik, als ik mijn dochter naar bed breng, aan mijn pleegkinderen. Waar zullen zij vanavond aan denken als ze op bed liggen? Aan hun ouders? Het verleden viagra pharmacie sans ordonnance? Hebben ze met iemand de dag op een fijne manier kunnen afsluiten? Ieder kind, groot of klein, verdient een warm nest!

Hieronder een fragment uit mijn boek geboren in ons hart, over het naar bed brengen van een van de kinderen;

Gewoon een avond een kind, in dit geval Sjoerd, naar bed brengen. Eigenlijk zoals elke avond. Maar ik kom naar beneden met een steen in mijn maag. Ik lees voor in een dierenboek. Daar komt vaak een papa en mama in voor. Als ik het voorlees, laat ik soms de papa en mama wel eens weg. Gewoon om een eventueel rotgevoel bij hem weg te houden. Deze avond ook weer voorgelezen uit dit boek. Toen aan het eind van het verhaal een dier een wens mocht doen, wenste Sjoerd dat hij bij zijn mama mocht wonen. Ik ben dan wel eerlijk tegen hem. Dat ik echt niet weet wanneer en of dit gaat gebeuren. Dat is zo hard voor het kind. Waarom? Waarom kan mijn mama niet gewoon voor mijn zorgen? Tranen met tuiten. Die droom en die wens om bij zijn moeder te kunnen zijn. Hard is hij soms ook; “ik denk dat ik haar pas weer zie bij haar graf, als ze mors dood is”. Het doet mij pijn hem zo achter te moeten laten met het slapen gaan. Hij pakt mij dan wel zo stevig vast, overlaadt mij met kussen en zegt; Ik vind je zo lief”. Dat raakt mij. Dit had hij tegen zijn eigen moeder moeten kunnen zeggen. De andere ochtend had hij ook in zijn bed geplast. Iets wat vaker gebeurd. Veel onrust en angst in zijn slaap.