Positionering gezinshuisouders

Als gezinshuisauditor spreek ik vaak met de gezinshuisouders ook over hun positie. Zeker na de uitzending van Argos , daarna barstte de meningen en reacties weer los over gezinshuizen. Terecht? Ik miste in de vele discussies de positie van gezinshuisouders en misschien ook wel hun bescherming. Want naast de zorg voor de geplaatste kinderen 24 uur per dag 7 dagen in de week, hebben deze ouders soms ook te maken met politieke spelletjes, bureaucratie, onbegrip en zelfs jaloezie.

Het zijn inderdaad vaak ruime huizen waar ik kom met een grote auto of bus voor de deur. Het zijn vaak geen broertjes of zusjes van elkaar, dus moeten ze allemaal een eigen kamer hebben. Wil je een keer met het gehele gezin ergens naar toe, net als elk ander gezin, is het ook wel fijn dat dit past in één auto. Naar een pretpark, op vakantie of gezellig uit eten? Dit is niet vreemd toch en doen we allemaal wel eens met ons gezin?!

Gezinshuisouder ben je 24/7 en als je deze uren terug zou rekenen werken zij voor een karig loon en worden alle daadwerkelijk gewerkte uren nooit uitbetaald. Zou jij zoveel uren gratis werken voor je baas?

“Onbekend maakt onbemind”, zei laatst een gezinshuisouder tegen mij.
Ondanks de groei in aantallen is er binnen de jeugdzorg, gemeenten en maatschappij nog onvoldoende scherp wat het runnen van een gezinshuis écht inhoud. Voor mij is het al jaren geleden dat ik een gezinshuis runde, maar vaak hoor ik nu nog dezelfde frustraties en onbegrip als toen. Graag geef ik daarom een luisterend oor als ik bij ze aan de keukentafel zit. Een gezinshuis runnen is een ‘way of life’.

De opmerking na de uitzending dat je ‘heel makkelijk via een papiertje in te vullen bij de gemeente’ een gezinshuis kan starten, vind ik niet terecht. De afgelopen jaren is er door alle huizen waar ik kom hard gewerkt aan kwaliteit, reflectie en transparantie.

Elk kind is zoveel beter af op een plek waar je je thuis voelt. Dan voelt een kind zich veilig en kan gaan groeien. Door zoiets ‘simpels’ als een thuis te bieden zijn soms dure therapieën, professionals en instellingen stukken minder nodig en besparen wij als maatschappij heel veel geld.

Wat in het leven van Benito is gebeurd en welke stappen hij heeft moeten nemen gun ik geen kind en mag ook niet gebeuren. Een situatie als deze is er eentje teveel en een waterdicht systeem bestaat hier helaas (nog) niet voor.
Maar laten wij niet vergeten, zeker nu de week van de Pleegzorg is gestart, bij hoeveel kinderen het in gezinshuizen en pleeggezinnen wel heel goed gaat. Blijf ik chapeau zeggen tegen al die gezinshuisouders en moeten wij ze ook een luisterend oor blijven bieden. Dat verdienen zij!


bestemming onbekend

Hoe gaat het met jullie pleegzoon?”

Deze vraag wordt regelmatig gesteld als wij bij familie en vrienden zijn. Vind ik fijn, want hij heeft zolang bij ons gezin gehoord.

Lang heb ik geweten hoe het met hem gaat. Hoera voor social media in deze, waardoor hij toch af en toe een bericht stuurde en ik gerust gesteld was dat wij weer een teken van leven hadden op deze wijze.
Helaas zag ik ook op de foto’s die hij stuurde of postte hoe slecht hij eruit ging zien.

Een paar maanden geleden belde hij mij een paar keer achter elkaar. Ik herkende zijn nummer eerst niet, helaas wisselt deze nogal vaak. Of ik hem aan een woning kon helpen was zijn directe vraag. Omdat ik bij de woningbouw gewerkt had, wist ik dat vast wel te regelen.

“Hoe gaat het met je?” is standaard mijn vraag als ik hem een keer aan de lijn heb, dus ook deze keer. “Prima hoor” is standaard zijn antwoord. Ik ken hem echter lang genoeg om aan zijn stem te horen dat het helemaal niet meer goed met hem gaat.

Het gaat al heel lang niet meer goed met hem. Daar heb ik al verschillende blogs aan gewijd. Het afgelopen jaar is het alleen maar weer meer bergafwaarts gegaan. Hulp willen en kunnen aanvaarden en echt willen werken aan zijn problematiek heeft hij lang voor zich uit geschoven.

Je zal je moeten melden bij de dak- en thuisloze opvang, was mijn antwoord een paar maanden geleden. Van daaruit kunnen zij je verder helpen. Toen werd ik uitgelachen door hem. Dat was te min voor hem. Hij verdiende beter, hier was hij te goed voor. Hij was niet verslaafd. Hij regelde het dan wel met ‘zijn vrienden’. Ik heb hem succes gewenst, gezegd dat wij van hem houden en de verbinding verbroken.

Hoe lastig en verdrietig het soms ook is en blijft, toch heb ik met de jaren geleerd afstand van hem te nemen. Omdat ik overtuigd ben dat hij alle kansen heeft gehad, maar tot op heden er niks mee wilde doen.

Recent heb ik van zijn tante vernomen dat hij zich toch heeft gemeld bij het Leger des Heils. Geen idee welke kant het nu opgaat. Wat zijn bestemming wordt.

Ik gun hem een zonnige bestemming en als de tijd er rijp voor is hij zijn familie en ons ook weer weet te vinden.

Thuis voelen

Bijna het einde van een bewogen jaar. Een jaar waarin ik ondanks Corona veel gezinshuizen heb kunnen bezoeken. De aantallen groeien, dat is goud, want de kracht van het gewone leven, je ergens thuis voelen gun je elk kind.

Gesprekken dus weer gevoerd aan de keukentafel bij veel verschillende gezinshuisouders. Naast de ‘verplichte kost’ wat hoort bij een interne audit, vaak ook ontroerende gesprekken.

Want naast de zorg voor de geplaatste kinderen 24 uur per dag 7 dagen in de week, hebben deze ouders soms ook te maken met politieke spelletjes, bureaucratie, onbegrip en zelfs jaloezie.

Het zijn inderdaad vaak ruime huizen waar ik kom met een grote auto of bus voor de deur. Het zijn vaak geen broertjes of zusjes van elkaar, dus moeten ze ook allemaal een eigen kamer hebben. Wil je een keer met het gehele gezin ergens naar toe, net als elk ander gezin, is het ook wel fijn dat dit past in één auto. Naar een pretpark, op vakantie of gezellig uit eten? Dit is niet vreemd toch en doen we allemaal wel eens met ons gezin?!

Gezinshuisouder ben je 24/7 en als je deze uren terug zou rekenen werken zij voor een karig loon en worden alle daadwerkelijk gewerkte uren nooit uitbetaald. Zou jij zoveel uren gratis werken voor je baas?

“Onbekend maakt onbemind”, zei laatst een gezinshuisouder tegen mij.
Ondanks de groei in aantallen is er binnen de jeugdzorg, gemeenten en maatschappij nog onvoldoende scherp wat het runnen van een gezinshuis écht inhoud. Voor mij is het al jaren geleden dat ik een gezinshuis runde, maar vaak hoor ik nu nog dezelfde frustraties en onbegrip als toen. Graag geef ik daarom een luisterend oor als ik bij ze aan de keukentafel zit. Een gezinshuis runnen is een ‘way of life’.

Elk kind is zoveel beter af op een plek waar je je thuis voelt. Dan voelt een kind zich veilig en kan gaan groeien. Door zoiets ‘simpels’ als een thuis te bieden zijn soms dure therapieën, professionals en instellingen stukken minder nodig en besparen wij daar als maatschappij heel veel geld.

Dat geld mag van mij naar nog meer gezinshuizen. Elk gezinshuis verdient een standbeeld van goud, want wat zij bieden is goud, voor elk kind een veilig thuis. Onbetaalbaar.